Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·bot·voer·tuig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord robotvoertuig robotvoertuigen
verkleinwoord robotvoertuigje robotvoertuigjes

Zelfstandig naamwoord

robotvoertuig

  1. een zelfstandig rijdend voertuig
     Hij krijgt ‘het beste van wat zoogdieren en mensen kunnen’: de Elevate van Hyundai heeft op het eerste gezicht spectaculaire opties. Een concept van de ‘loopauto’, een robotvoertuig dat kan klimmen, rijden en reuzenstappen nemen, werd gelanceerd op de CES in Las Vegas.[1]
     De Tianwen-1 bereikte Mars in februari 2021. Op het oppervlak werd een robotvoertuig gezet, terwijl het onbemande ruimtevaartuig de planeet inspecteerde vanuit de ruimte. Sinds begin vorig jaar cirkelde het ruimtevaartuig dertienhonderd keer om de planeet, melden Chinese staatsmedia woensdag.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Leo van Marrewijk
    “‘Loopauto’ van Hyundai kan ook klimmen” (08-01-2019), Tubantia
  2.   Weblink bron “Chinees ruimtevaartuig verzamelt beelden van zuidpool op Mars” (29 juni 2022), NU.nl