vervoeging van
rizar

rizamos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van rizar
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van rizar
vervoeging van
rizarse

rizamos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van rizarse
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van rizarse