ringen

- rin·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ringen |
ringde |
geringd |
zwak -d | volledig |
ringen
- overgankelijk (dierkunde) dieren, veelal vogels voorzien van een genummerde band om poot of hals ter identificatie en/of onderzoek naar verspreiding en trekgedrag
- Als we deze vogels hebben geringd gaan we naar huis.
- overgankelijk (bosbouw) bij een stam of tak rondom een reep schors verwijderen
- Het woord ringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ringen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be