rim
- rim
- [A]: Afkomstig van het Oudnoordse woord hrím zn ("rijm", "rijp")
- [B]: Afkomstig van het Franse woord rime zn ("rijm")
Naar frequentie | 11142 |
---|
[A]: m |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | rim | rimen | rimer | rimene |
genitief | rims | rimens | rimers | rimenes |
[A], [B]: o |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | rim | rimet | rim | rima rimene |
genitief | rims | rimets | rims | rimas rimenes |
[B]: rim, o
- (dichtkunst) rijm (hoorbare correspondentie tussen het einde van twee of meer woorden, lettergrepen, vooral in verzen aan het einde van versregels)
- alliteratie, letterrijm, stafrijm (een hoorbare overeenstemming tussen het begin van twee of meer woorden, bijv. "zo gewonnen, zo geronnen"; vaak in reclame of politiek)
- (dichtkunst) een kort, eenvoudig gedicht in rijmpjes (bijv. een kleuterversje [1])
- (verouderd) een redelijke, begrijpelijke verbinding van een context
- [1]: assonans zn
- [1]: strofe zn
- [1]: vers zn
- [2]: allitterasjon zn
- [4]: rimelighet zn
- [4]: sammenheng zn
- [1]: mannlig rim
een mannelijk rijm, een staand rijm
- [1]: kvinnelig rim
een vrouwelijk rijm, een slepend rijm
- [1]: daktylisk rim
een dactylisch rijm
- [1]: løpende rim
- [1]: svevende rim
- [1]: kløvet rim
- [1]: kiastisk rim
- [1]: omsluttende rim
- [1]: pleonastisk rim
- [1]: rike rim
- [1]: rent rim
- [1]: urent rim
- ↑ Een kleuterversje:
Potloden, een gum en een boek,
veel knuffels, auto’s en een koek.
De muizen reizen met de trein
want ze willen gauw op school zijn.
- rim
[B]: rim, o
- (dichtkunst) rijm (hoorbare correspondentie tussen het einde van twee of meer woorden, lettergrepen, vooral in verzen aan het einde van versregels)
- (economie), (politiek) alliteratie, letterrijm, stafrijm (een hoorbare overeenstemming tussen het begin van twee of meer woorden, bijv. "zo gewonnen, zo geronnen"; vaak in reclame of politiek)
- (dichtkunst) een kort, eenvoudig gedicht in rijmpjes (bijv. een kleuterversje [1])
- een redelijke, begrijpelijke verbinding in een context '(ergens iets mee kunnen, zijn conclusies uit iets trekken)
- ↑ Een kleuterversje:
De vakantie is voorbij,
maar dat is niet erg voor mij.
M'n schooltas staat al klaar
September is weer daar!