Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijn·boot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijnboot rijnboten
verkleinwoord rijnbootje rijnbootjes

Zelfstandig naamwoord

de rijnbootv / m

  1. rivierboot waarop toeristen een reis kunnen maken
     Britse toeristen gewond op Rijnboot - Meer dan twintig Britse toeristen zijn gewond geraakt toen hun boot op de rivier de Rijn in de Elzas (Oost-Frankrijk) op een betonnen richel botste.[2]
     Tientallen passagiers van een Duitse rijnboot zijn zondag gewond geraakt toen de boot, de ms Loreley, in de Rijn op een rots voer.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Britse toeristen gewond op Rijnboot” (26 mei 2007), de Volkskrant
  3.   Weblink bron “Rijnboot vaart op rotsen: tientallen gewonden” (29-09-2003), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be