rezagaba
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van rezagar
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van rezagar
rezagaba
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van rezagarse
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van rezagarse