Nederlands

 
Embleem van de rexisten
Uitspraak
Woordafbreking
  • rexist
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn (Christus Rex) met het achtervoegsel -ist [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord rexist rexisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rexistm

  1. (politiek) aanhanger van een Belgische fascistische organisatie
     Met twintig tegelijk werden de gevangenen voor het vuurpeloton gezet, dat voor een deel uit fanatieke Belgische rexisten bestond. Dat een van de soldaten geweigerd zou hebben en vervolgens ook zou zijn gefusilleerd, is later als een hardnekkige misvatting bestempeld.[3]
     Iemand van het weekblad Joods Actueel wees mij er toen al op dat die slogans verwezen naar de rexisten, een groep Waalse collaborateurs.[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. rexist op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    L. Vogelaar
    “Wraak bij de Woeste Hoeve” (7 maart 2020), Reformatorisch Dagblad
  4.   Weblink bron
    nv, cds, mkm
    “Vijf arrestaties in onderzoek 'naar koe van Kuttekoven'” (30/03/2018), De Standaard