reveleerden
- Geluid: reveleerden (hulp, bestand)
- re·ve·leer·den
vervoeging van |
---|
reveleren |
reveleerden
- meervoud verleden tijd van reveleren
- Wij reveleerden.
- Jullie reveleerden.
- Zij reveleerden.
- Wij reveleerden.
- Het woord reveleerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.