Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reus·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen reusachtig reusachtiger reusachtigst
verbogen reusachtige reusachtigere reusachtigste
partitief reusachtigs reusachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

reusachtig

  1. zeer groot
    • Het is een reusachtig gebouw. 
    • Een figuratieve ambachtsman die flirtte met pop-art, die niks moet hebben van het minimalisme van grote rode vlakken of barbaarse abstracte kunst, maar portretten maakt en reusachtige kleurrijke natuurschilderingen. Een vrolijke, innemende snuiter bovendien. [1] 
     Het is niet de eerste keer dat de slak in Florida opduikt. In 1966 werd de reusachtige Afrikaanse landslak gespot in het centrum van Miami. In 1973 zijn er ruim 18.000 slakken gevonden en vernietigd, samen met duizenden eieren, en in 1975 werd de slak uitgeroeid verklaard.[2]
  2. in zeer hoge mate, enorm
    • We hebben reusachtig genoten. 
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • reusachtig bouwwerk, reusachtige gestalte, reusachtig idee, reusachtig succes, reusachtig groot, reusachtig sterk, reusachtig blij
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Volkskrant John Schoorl25 februari 2019 81-jarige kunstenaar David Hockney woont in Los Angeles met zijn entourage en komt de dag door met heel veel sigaretten, maar zonder alcohol
  2.   Weblink bron “Delen Florida in quarantaine door megaslak met rattenlongworm” (02 jul 2022), NU.nl
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be