vervoeging van
rester

restes

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van rester
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van rester


vervoeging van
restar

restes

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van restar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van restar