reputatie
- re·pu·ta·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘faam’ voor het eerst aangetroffen in 1529 [1]
- afgeleid van het Franse réputation (met het achtervoegsel -atie) [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reputatie | reputaties |
verkleinwoord | reputatietje | reputatietjes |
de reputatie v
- de manier waarop iemand bekend is
- Ik moet mijn reputatie beschermen.
- de manier waarop iets bekend is
- ▸ La Planche heeft niet de mythische uitstraling van de Mont Ventoux, de Tourmalet of de Alpe d’Huez, maar aan de reputatie wordt gewerkt. De vorige aankomsten waren vol betekenis.[4]
1. de manier waarop iemand bekend is
- Het woord reputatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reputatie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "reputatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ reputatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be