reproduzca
vervoeging van |
---|
reproducir |
reproduzca
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reproducir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reproducir
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reproducir