vervoeging van
reproducir

reproduzca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reproducir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reproducir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reproducir