replicaatje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: replicaatje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrepliˌkacə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- re·pli·ca·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het replicaatje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord replica