vervoeging van
repelar

repela

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van repelar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van repelar
vervoeging van
repeler

repela

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van repeler
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van repeler
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van repeler