relacionara
vervoeging van |
---|
relacionar |
relacionara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van relacionar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van relacionar
vervoeging van |
---|
relacionarse |
relacionara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van relacionarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van relacionarse