Nederlands

 
rekenraam
Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ken·raam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rekenraam rekenramen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rekenraamo

  1. mechanisch hulpmiddel bij het rekenen en vooral het rekenonderwijs bestaande uit horizontale staven met daarop gekleurde kralen die men kan verschuiven
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen