rekenles
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ken·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van reken ww en les
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rekenles | rekenlessen |
verkleinwoord | rekenlesje | rekenlesjes |
Zelfstandig naamwoord
- (onderwijs) een korte tijd gedurende welke men rekenen leert
- Meester Valentijn zorgde ook voor de rekenles
Gangbaarheid
- Het woord rekenles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rekenles" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be