rejuvenezcáis
vervoeging van |
---|
rejuvenecer |
rejuvenezcáis
- aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van rejuvenecer
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van rejuvenecer
vervoeging van |
---|
rejuvenecer |
rejuvenezcáis