vervoeging van
reincorporar

reincorporaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van reincorporar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van reincorporar
vervoeging van
reincorporarse

reincorporaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van reincorporarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van reincorporarse