registergoed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·gis·ter·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van register en goed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | registergoed | registergoederen |
verkleinwoord | registergoedje | registergoedjes |
Zelfstandig naamwoord
het registergoed o
- (juridisch) goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in de openbare registers nodig is
Gangbaarheid
- Het woord 'registergoed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.