vervoeging van
redecir

rediga

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van redecir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van redecir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van redecir