rector magnificus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rec·tor mag·ni·fi·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rector magnificus rectores magnifici
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rector magnificus m

  1. (beroep) iemand die de bestuurlijke leiding heeft over een universiteit

Meer informatie

Gangbaarheid