vervoeging van
recrudecer

recrudezca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recrudecer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recrudecer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recrudecer