rechterschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rech·ter·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechterschap | rechterschappen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het rechterschap o
- het rechter zijn; de functie van rechter
- ▸ Ook is de vergrijzing een probleem volgens Van Zutphen. "Dit komt doordat rechters vaak op leeftijd zijn als ze aan hun werk beginnen. Je komt pas toe aan het rechterschap als je midden dertig bent, de leeftijd van onze collega's is gemiddeld zo'n vijftig jaar. We krijgen te kampen met een grote uitstroom van mensen de komende jaren."[2]
Gangbaarheid
- Het woord rechterschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Tekort aan rechters dreigt'” (Donderdag 19 augustus 2010), NOS