rechterbeen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rechterbeen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rech·ter·been
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rechter bn en been zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechterbeen | rechterbenen |
verkleinwoord | rechterbeentje | rechterbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
het rechterbeen o
- (anatomie) het been aan de overzijde van waar zich in het lichaam gewoonlijk het hart bevindt
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord rechterbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rechterbeen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be