ravitaillering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ra·vi·tail·le·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ravitailleren met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ravitaillering | ravitailleringen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ravitaillering v
- het ravitailleren, het bevoorraden of bevoorraad-worden
- bevoorradingspost
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ravitaillering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.