Frans

Werkwoord

vervoeging van
raser

rasas

  1. tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van raser


Noors

Woordafbreking
  • ra·sas
Naar frequentie > 50000

Zelfstandig naamwoord

rasas, mv

  1. bepaalde vorm genitief meervoud van ras
Schrijfwijzen


Spaans

Bijvoeglijk naamwoord

rasas

  1. vrouwelijk meervoud van raso