Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Randstad


Nederlands

 
2. de Randstad is een randstad.
Uitspraak
Woordafbreking
  • rand·stad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord randstad randsteden
verkleinwoord randstadje randstadjes

Zelfstandig naamwoord

de randstadv / m

  1. stad die aan de rand ligt
     Ook kan ik me voorstellen dat het hier om een gehelleniseerde Jood kan gaan, iemand die de klasse van discipline verliet, het heilig geloof verloren had, niet op de vlucht ging voor Antiochos, de woestijn in met de getrouwen - iemand die een stads- of straatvogel werd: een mus. Misschien gaat het, die mus in aanmerking genomen, om een inwoner van een randstad - er waren er genoeg: Alexandrië, Antiochië, Athene, het hele alfabet uit...[1]
  2. rand van steden
     Men zie het betrokken gebied als randstad, waarvan het centrum is te bereiken in hoogstens 40 minuten.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    R.A. Cornets de Groot
    Van letter tot letter in: De Gids., jrg. 128 nr. 9 (november 1965), Stichting De Gids, Amsterdam, p. 287
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Herkomst van het concept Randstad” (1 januari 2019) op geografie.nl
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be