rampengeneeskunde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ram·pen·ge·nees·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rampengeneeskunde
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rampengeneeskundev

  1. (medisch) bij een ramp een opschaling van de normale spoedeisende medische hulp