ramma
- ram·ma
ramma
ramma, mv
- bepaalde vorm nominatief meervoud van ram
ramma, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ramme
- ram·ma
ramma
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast ramme, zie aldaar
ramma
ramma
ramma, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ramme
ramma
- verouderde spelling of vorm van ramme tot 2012