Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rail·trans·port
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord railtransport [1]: railtransporten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het railtransporto

  1. bepaalde verplaatsing van personen of goederen per trein
     De sabotage van Duitse railtransporten bereikte een hoogtepunt na de geallieerde invasie van juni 1944 in Normandië.[1]
  2. (verkeer) type vervoer waarbij wagens harde wielen hebben die over evenwijdige staven rollen, zodat er maar weinig kracht nodig is om ze in beweging te brengen
     De over het spoor vervoerde hoeveelheid goederen verdubbelde. Daarmee nam het procentuele aandeel van het railtransport ook toe, maar het is nog altijd bescheiden: van 3 procent in 1995 naar ruim 5 procent in 2005.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Hans Buddingh'
    “Het opmerkelijke succes van het Waals verzet” (2 september 2003) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron “De Betuwelijn is er nu toch - gebruik hem goed” (16 juni 2007) op nrc.nl