rafeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ra·fe·ling
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van rafelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rafeling | rafelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de rafeling v
- een schadeverschijnsel dat optreedt bij asfaltbeton
- ▸ "Levensduur zoab vooral bepaald door rafeling": Rijkswaterstaat heeft samen met de TU Delft en TNO middelen ontwikkeld waarmee de levensduur van asfalt twee à drie jaar kan worden verlengd. Behandeling van het asfalt met de middelen helpt ook om vorstschade te voorkomen.[2]
- ▸ ,,Vorige winter was er meer sprake van rafeling in het asfalt waardoor meer steentjes losraakten, aldus de zegsvrouw. ,,Nu zijn het meer gaten in het asfalt.[3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rafeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “"Levensduur zoab vooral bepaald door rafeling"” (05-09-2013), NOS
- ↑ Weblink bron “Bijna 100.000 ton zout op snelwegen gestrooid” (4 januari 2011), Het Parool