radioprogramma
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ra·dio·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van radio en programma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radioprogramma | radioprogramma's |
verkleinwoord | radioprogrammaatje | radioprogrammaatjes |
Zelfstandig naamwoord
het radioprogramma o
- (media) programma dat op de radio wordt uitgezonden
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord radioprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.