Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·dar·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radarcontrole radarcontroles
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de radarcontrolev / m

  1. (verkeer) vaststellen of bestuurders zich aan de maximumsnelheid houden door de snelheid van motorvoertuigen met behulp van radiogolven te meten
     Volgens een woordvoerder van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) hebben tijdens de radarcontrole links en rechts van de wegen en bij de opritten 70-kilometerborden gestaan, plus borden die waarschuwden voor snelheidscontrole en voor gladheid.[1]
  2. (scheepvaart) met behulp van radiogolven vaststellen waar vaartuigen zich bevinden en hoe snel zij zich verplaatsen om het scheepvaartverkeer in goede banen te leiden
     In tegenstelling tot vele andere binnen- en buitenlandse havens beschikt Amsterdam nog steeds niet over een walradarsysteem dat dag en nacht de gehele scheepvaart naar, in en uit de havens volgt, begeleidt, registreert en van informatie voorziet. (…) De afwezigheid van deze radarcontrole is volstrekt absurd in de huidige tijd.[2]
  3. (luchtvaart) met behulp van radiogolven vaststellen waar vliegtuigen zich bevinden en hoe snel zij zich verplaatsen als onderdeel van de luchtverkeersleiding
     Volgens het Hof van Cassatie is de Italiaanse staat mede-aansprakelijk voor de ramp omdat de radarcontrole ontoereikend was en de staat daardoor niet de veiligheid van het luchtruim heeft weten te garanderen.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “ANWB bepleit tevergeefs sepot bonnen” (7 december 2004) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    H. F. R. Schöyer e.a.
    “kwesties@nrc.nl” (13 december 2008) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron “‘NAVO schoot toestel met 81 mensen neer’” (29 januari 2013) op nrc.nl