raadselachtigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raad·sel·ach·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raadselachtigheid raadselachtigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de raadselachtigheidv

  1. iets dat een raadsel is; iets wat men nog niet begrijpt
     Door het zien van zijn broer en door de nabijheid van de dood werd Levin opnieuw aangegrepen door het gevoel van ontzetting tegenover de raadselachtigheid en het tegelijk zo nabij, zo onontkoombaar zijn van de dood dat zich ook die herfstavond van hem had meester gemaakt, toen zijn broer bij hem op bezoek was gekomen.[2]
     De toedracht van de moord blijft met raadselachtigheid omgeven. De gearresteerde verdachten hebben volgens de krant Miami Herald tegen de recherche gezegd dat het niet de bedoeling was om Moïse te vermoorden, maar om hem te arresteren in opdracht van een Colombiaanse commando-eenheid. Waarom is niet duidelijk.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Anna Karenina”   (1877), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028276062
  3.   Weblink bron “'Verdachten moord op president Haïti hadden banden met veiligheidsdiensten VS'” (13-07-2021), NOS