vervoeging van
réfléchir

réfléchissiez

  1. tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (indicatif imparfait) van réfléchir
  2. tweede persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van réfléchir
  3. tweede persoon meervoud aanvoegende wijs (subjonctif imparfait) van réfléchir