vervoeging van
réfléchir

réfléchis

  1. eerste en tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van réfléchir
  2. eerste en tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van réfléchir
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van réfléchir
  4. mannelijk meervoud voltooid deelwoord (participe passé) van réfléchir