Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • quote (1)
  • quo·te (2)
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels (1) [1]
  • van het Latijnse 'quotum' (2)
1 enkelvoud meervoud
naamwoord quote quotes
verkleinwoord quoteje quotejes
2 enkelvoud meervoud
naamwoord quote quoten
verkleinwoord quotetje quotetjes

Zelfstandig naamwoord

de quotev / m

  1. (taalkunde) een letterlijke passage die door iemand anders aangehaald wordt
    • Volgens de quote van de buurman had hij er niets mee te maken. 
     Maar ook Malala met de wereld aan haar voeten met de quote van Beyonce er overheen: ‘Who run the world? Girls!’[2]
  2. quotum
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. quote op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to  quote 
he/she/it  quotes 
verleden tijd  quoted 
voltooid
deelwoord
 quoted 
onvoltooid
deelwoord
 quoting 
gebiedende wijs  quote 

Werkwoord

quote

  1. citeren

Zelfstandig naamwoord

quote

  1. quote
  2. offerte