questionnaire
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: questionnaire (hulp, bestand)
- IPA: / kɛscɔˈnɛːr / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ques·ti·on·nai·re
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans questionnaire, vanaf het einde van de 20e eeuw vaak gezien als ontlening aan Engels questionnaire [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | questionnaire | questionnaires |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- vaste reeks vragen die bij een onderzoek aan verschillende mensen wordt voorgelegd
- ▸ Op Schiphol moest ik een questionnaire over Régis en over mij invullen. Of ze met die vragenlijst de kachel hebben aangestoken, weet ik niet. Maar ik ben door mijn zus en zwager naar huis gebracht en pas de volgende ochtend om kwart over zes gebeld met niets anders dan de mededeling: ‘Ja meneer, uw zoon staat op de passagierslijst.’ Daarna werd ik niet meer gebeld.[3]
Schrijfwijzen
- De schrijfwijze "questionaire" met één n is nooit officiële spelling geweest.
Synoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord questionnaire staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ questionnaire op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Arjen Schreuder“Paula en Robert” (20 december 2014) op nrc.nl
Engels
Uitspraak
- IPA: /ˌkwestʃəˈneə/
Woordherkomst en -opbouw
- Komt van het Franse questionnaire
enkelvoud | meervoud |
---|---|
questionnaire | questionnaires |
Zelfstandig naamwoord
questionnaire
Frans
Uitspraak
- IPA: /kɛs.tjo.nɛʁ/
Woordherkomst en -opbouw
- Komt van het Latijnse quaestionarius
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
questionnaire | le questionnaire | questionnaires | les questionnaires |
Zelfstandig naamwoord
questionnaire m