quasiboeddhistisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: quasiboeddhistisch (hulp, bestand)
- IPA: /ˌkwasibuˈdistis/
Woordafbreking
- qua·si·boed·dhis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van boeddhistisch met het voorvoegsel quasi-, volgens spellingregel 7.B aaneengeschreven
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | quasiboeddhistisch | quasiboeddhistischer | |
verbogen | quasiboeddhistische | quasiboeddhistischere | |
partitief | quasiboeddhistisch | quasiboeddhistischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
quasiboeddhistisch
- lijkend op wat de navolgers van Boeddha doen of vinden
- Zij was ooit katholiek opgevoed, maar doordat ze zich in yoga verdiepte werd haar geloof quasiboeddhistisch.
Schrijfwijzen
- quasi-boeddhistisch (officiële spelling tot 2005)
Opmerkingen
- Dit woord is vooral bekend omdat het voorkwam in het Nationaal Dictee 2004 (r. 6), nog in de toen geldende spelling met een koppelteken.
Gangbaarheid
- Het woord 'quasiboeddhistisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.