vervoeging van
purgar

purgaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van purgar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van purgar
vervoeging van
purgarse

purgaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van purgarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van purgarse