Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pulp
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘fijngewreven vruchtvlees’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
  • van het Latijnse pulpa [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pulp -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pulp v / m [3] [4]

  1. (voeding) papachtige brij (weke massa), door vermalen van plantaardig materiaal verkregen
  2. boeken, films e.d. van omstreden kwaliteit en goedkoop vervaardigd (vaak echter gebruikt als geuzennaam)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen