psoriasis

Nederlands

Geluid: psoríasis (hulp, bestand)
- IPA: / psoˈrijasɪs / (4 lettergrepen) (meer oorspronkelijk Griekse uitspraak)
Geluid: psoriásis (hulp, bestand)
- IPA: / psoriˈjasɪs / (4 lettergrepen) (meer vernederlandste uitspraak)

via modern Latijn psoriasis van Oudgrieks ψωρίασις (psoríasis), in de betekenis van ‘huidziekte’ voor het eerst aangetroffen in 1624 ^[1] ^[2]

de psoriasis v

(medisch) schubziekte met rode jeukende plekken en overmatig vette schilfers van de huid

1. schubziekte met overmatige vette schilfers van de huid

Het woord psoriasis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

89 %	van de Nederlanders;
86 %	van de Vlamingen.^[3]

psoriasis v

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	psoriasis	-
verkleinwoord	-	-