Nederlands

 
Hercules propeller
Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·pel·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘schroef voor het voortdrijven van vaartuigen’ voor het eerst aangetroffen in 1846 [1]
  • van het Engelse 'propeller'
enkelvoud meervoud
naamwoord propeller propellers
verkleinwoord propellertje propellertjes

Zelfstandig naamwoord

propeller m [2]

  1. (luchtvaart) schroef om vliegtuigen of vaartuigen voort te stuwen, luchtschroef
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen