programmamaker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·gram·ma·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van programma zn en maker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | programmamaker | programmamakers |
verkleinwoord | programmamakertje | programmamakertjes |
Zelfstandig naamwoord
de programmamaker m
- (beroep) iemand die televisieprogramma's maakt
- Vorige week was er op Catawiki een online-veiling met handschriften en eerste drukken van de verzamelaar, reiziger, schrijver en programmamaker Büch. Onder de parafernalia ook twee ingelijste fineliner-tekeningetjes van Drost: inderdaad fijn en vrolijk. [1]
- iemand die een programma opstelt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord programmamaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ de Volkskrant Arjan Peters5 december 2015 In depressieve Plinius Pinguïn een zelfportret zien