privacyregel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pri·va·cy·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privacy en regel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privacyregel | privacyregels |
verkleinwoord | privacyregeltje | privacyregeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de privacyregel m
- een regel op het gebied van privacy
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'privacyregel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.