privéles
- pri·vé·les
- samenstelling van privé en les
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privéles | privélessen |
verkleinwoord | - | - |
- (onderwijs) les die niet klassikaal wordt gegeven (meestal aan slechts één persoon)
- ▸ Als je privéles nam van een of andere bijklussende leraar vroegen ze vijftien kroon per uur, had ik uitgezocht. Ik bood Clark aan het voor de helft van de prijs te doen. Hij was dolblij met het aanbod en dat was niet bepaald wat ik had verwacht.[1]
- ▸ Antoine gaf privélessen in Frans. En mama had besloten dat ze niet alleen voor Duits maar voor elke taal het hoogste cijfer wilde halen. Dus zij, of misschien was het oma Christa, ging op zoek naar een privéleraar. Zo hadden ze elkaar ontmoet.[1]
- Het woord privéles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "privéles" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ 1,0 1,1 Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be