Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prij·zen·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prijzenkast prijzenkasten
verkleinwoord prijzenkastje prijzenkastjes

Zelfstandig naamwoord

de prijzenkastv / m

  1. een meubelstuk waarin met de behaalde prijzen duidelijk zichtbaar heeft uitgestald
    • Hij had een grote prijzenkast. 

Gangbaarheid