priemdonker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: priemdonker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- priem·don·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van priem en donker [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | priemdonker | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- de donkerte van priemtijd (de eerste uren van de morgen)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | priemdonker | priemdonkerder | priemdonkerst |
verbogen | priemdonkere | priemdonkerdere | priemdonkerste |
Bijvoeglijk naamwoord
priemdonker [2]
- donker als bij priemtijd (de eerste uren van de morgen)
Gangbaarheid
- Het woord 'priemdonker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.