vervoeging van
prevalecer

prevalezca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van prevalecer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van prevalecer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van prevalecer